Sinds Donald Trump het politieke toneel betrad, is de wereld allesbehalve rustig gebleven. Van vurige toespraken en controversiële tweets tot politieke benoemingen die meer weg hadden van een realityshow: met Trump is het nooit saai. Zijn tweede opmars richting het Witte Huis roept dan ook weer van alles op – bewondering, verbazing, of regelrechte paniek.
We hebben het hier tenslotte over een veroordeelde crimineel, iemand die zes keer failliet ging, verwikkeld is in een waaier aan juridische aanklachten, en desondanks nog altijd miljoenen aanhangers achter zich weet te scharen. Sommigen zien hem als de ultieme buitenstaander die de elite durft te trotseren, anderen als een tikkende tijdbom in een maatpak. Tijd voor de vraag die velen zich stilletjes (of heel hardop) afvragen: