“Ze zijn allemaal omgekocht.”
“Je ziet het niet omdat je nog slaapt.”
“De elite lacht ons uit.”
Je kent het wel: iemand in je omgeving gelooft heilig in een complot — of dat nu over 5G, corona, het WEF, QAnon of chemtrails gaat. En hoe harder jij roept “dat klopt niet!”, hoe dieper de ander in zijn bubbel kruipt.
Wat kun je doen? En vooral: wat werkt níet?
Begrijp eerst wat een complottheorie aantrekkelijk maakt
Voordat je in gesprek gaat, is het goed om te beseffen waarom mensen complotten geloven:
- Het geeft controle in een chaotische wereld
- Het geeft zin en betekenis: alles heeft een reden
- Het creëert verbinding met anderen die “wakker” zijn
- Het biedt een heldenrol: jij ziet wat anderen niet durven zien
- Het wantrouwen naar overheid, media of wetenschap is vaak al lang geleden ontstaan
💡 Besef dus: je praat niet tegen feiten, je praat tegen emotie, wereldbeeld en vertrouwen.
Do’s – Wat werkt vaak beter
1. Blijf rustig en vriendelijk
Laat merken dat je gesprekspartner voor jou belangrijk is, ook als je het oneens bent. Ruzie wint zelden zieltjes.
“Ik snap dat je twijfelt, het is ook verwarrend allemaal.”
2. Stel vragen in plaats van tegenargumenten
Mensen gaan minder in de verdediging als je ze uitnodigt tot nadenken.
“Hoe weet je dat dat waar is?”
“Wat zou jou kunnen overtuigen van een andere uitleg?”
“Vind je het zelf niet gek dat daar geen bewijs van is?”
3. Ga niet meteen factchecken of debunken
Rechtstreekse feiten (“hier is het bewijs”) werken vaak averechts. Ze bevestigen het idee: “Zie je wel, ze willen me corrigeren!”
Gebruik liever verhalen of twijfels:
“Ik las daar ook iets over, maar ik vroeg me af waarom er dan geen klokkenluiders zijn…”
“Wat ik lastig vond: er zijn ook wetenschappers die het precies andersom uitleggen.”
4. Vind gedeelde waarden
Je hoeft het niet over de feiten eens te zijn, maar wel over de zorgen:
“Je wil gewoon dat mensen gezond blijven, toch?”
“Ik ben het met je eens dat macht soms misbruikt wordt. Alleen… is dit dan echt het bewijs?”
5. Geef tijd en ruimte
Overtuigingen veranderen niet in één gesprek. Soms zaai je alleen maar twijfel, en dat is ook oké. Kom er later nog eens op terug.
Don’ts – Wat je beter kunt vermijden
✖️ Mensen uitlachen of afdoen als “gek”
Dat versterkt het wij/zij-gevoel en sluit de deur voor elk toekomstig gesprek.
✖️ Alles tegelijk proberen te weerleggen
Dat voelt als een aanval en maakt het makkelijker om in complotdenken te blijven (“Zie je wel, iedereen zit erin!”).
✖️ Willen winnen
Het is geen debat. Je wilt verbinding houden, niet gelijk krijgen.
Wanneer helpt het (niet)?
Wél kans op gesprek:
- Bij twijfelaars, mensen die recent iets gehoord hebben
- Als er nog emotionele band of vertrouwen is
- Bij jongeren die openstaan voor andere perspectieven
Moeilijker (maar niet onmogelijk):
- Bij mensen die diep in een ideologie zitten (bijv. QAnon, antisemitisme, anti-vax radicalen)
- Als het hele wereldbeeld ervan afhangt
- Als de ander geen twijfel meer toelaat
Soms kun je dan alleen grenzen stellen (bijv. geen gesprekken over dit onderwerp), maar nog steeds contact houden op andere vlakken.
Bewijs
In gesprek gaan met een complotdenker is geen kwestie van “het juiste bewijs geven”, maar van begrip, geduld en vertrouwen opbouwen. Het kost tijd en soms lukt het niet. Maar in een wereld vol polarisatie is blijven praten nog steeds één van de krachtigste tools die we hebben.