Framing als politiek wapen: van Hitler tot Erdoğan

Framing is geen spelletje met woorden, maar een krachtig politiek wapen. Wie bepaalt wie de schuld krijgt, bepaalt vaak ook hoe een samenleving reageert — soms met debat, soms met vernietiging.

Wat is framing?

Framing is het selectief presenteren van de werkelijkheid. Het gaat niet zozeer om feiten verdraaien, maar om nadruk, symboliek en taal die de interpretatie van de werkelijkheid sturen.

  • Een probleem wordt gekoppeld aan een duidelijke oorzaak.
  • Een groep wordt neergezet als dader of slachtoffer.
  • Een leider presenteert zichzelf als de enige oplossing.

Dit werkt krachtig omdat mensen in tijden van onzekerheid of angst behoefte hebben aan eenvoudige verklaringen en duidelijke tegenstellingen.

Vijf voorbeelden

1. Hitler: Joden als existentiële vijand

  • Frame: Joden waren de oorzaak van economische crisis, moreel verval en internationale samenzweringen.
  • Doel: een complexe mix van oorzaken (oorlogsschulden, inflatie, politieke chaos) werd versimpeld tot één zondebok.
  • Gevoelige groepen: vooral mensen die door de hyperinflatie van de jaren ’20 en de crisis van de jaren ’30 economisch en sociaal afglijden; kleine middenklasse, werklozen, en lager opgeleiden zonder perspectief. Zij zochten houvast en kregen een vijandbeeld dat alles verklaarde.

2. Geert Wilders (PVV): migratie als bron van alle problemen

  • Frame: asielzoekers en migranten zijn dé oorzaak van woningtekorten, druk op zorg, criminaliteit en culturele erosie.
  • Doel: migratie framen als een existentiële bedreiging van Nederland en de Nederlandse cultuur.
  • Gevoelige groepen:
    • mensen met lagere en middelbare opleidingen die direct de effecten van woningnood en druk op voorzieningen ervaren,
    • inwoners van kleinere steden en dorpen die bang zijn hun vertrouwde leefomgeving te verliezen,
    • maar ook hogeropgeleiden die zich economisch onzeker voelen of zich cultureel bedreigd ervaren.

3. Donald Trump (VS): Democraten en “the radical left”

  • Frame: Democraten zijn corrupt, gestolen verkiezingen, “fake news” media, en immigranten bedreigen het “echte Amerika”.
  • Doel: een vriend-vijand-frame waarin Republikeinen voor vrijheid en traditie staan, en Democraten voor chaos en verraad.
  • Gevoelige groepen:
    • vooral lager opgeleiden en blanke Amerikanen op het platteland,
    • mensen die zich economisch buitengesloten voelen door globalisering,
    • religieuze conservatieven die vrezen voor moreel verval.
      Maar: ook hogeropgeleide groepen die bang zijn voor verlies van macht of status.

4. Viktor Orbán (Hongarije): Brussel, Soros en migratie

  • Frame: de EU en George Soros willen Hongarije overspoelen met migranten en de Hongaarse identiteit vernietigen.
  • Doel: nationalisme versterken, oppositie verzwakken en macht legitimeren.
  • Gevoelige groepen:
    • lageropgeleiden op het platteland, vaak afhankelijk van staatsvoorzieningen en media die grotendeels onder regeringsinvloed staan,
    • groepen die historisch wantrouwen hebben tegenover buitenlandse inmenging.

5. Recep Tayyip Erdoğan (Turkije): interne en externe vijanden

  • Frame: Koerden, Gülen-aanhangers en seculiere oppositiepartijen zijn “landverraders”; het Westen wil Turkije klein houden.
  • Doel: crises (zoals inflatie en couppoging) presenteren als bewijs dat Turkije wordt aangevallen en alleen Erdoğan bescherming kan bieden.
  • Gevoelige groepen:
    • lager- en middelbaaropgeleiden in landelijke gebieden,
    • conservatieve en religieuze gemeenschappen die zichzelf historisch achtergesteld voelen,
    • maar ook jongeren die zich aangesproken voelen door het nationalistische frame van trots en kracht.

Waarom zijn juist deze groepen vaak gevoelig?

  1. Economische onzekerheid
    Mensen met lagere inkomens of minder baankansen zijn kwetsbaarder voor simplistische verklaringen. Als je dagelijkse problemen ervaart (werk, huisvesting, zorg), ben je sneller geneigd te geloven dat één groep daarvoor verantwoordelijk is.
  2. Beperkte toegang tot alternatieve informatie
    Lageropgeleiden of mensen in geïsoleerde regio’s zijn vaker afhankelijk van nationale media of overheidsretoriek, zeker in landen waar persvrijheid beperkt is (Hongarije, Turkije).
  3. Culturele onzekerheid
    Wanneer mensen bang zijn dat hun cultuur of identiteit wordt aangetast door migratie, globalisering of snelle sociale veranderingen, zijn ze ontvankelijker voor leiders die “zuiverheid” of “terug naar vroeger” beloven.
  4. Emotionele logica boven rationele analyse
    Frames werken niet via feiten, maar via emoties. Angst, woede en trots resoneren vaak sterker bij mensen die zich uitgesloten of bedreigd voelen.

Vergelijkende tabel

PoliticusVijand-frameDoelGevoelige groepen
HitlerJodenZondebok voor crisis en vervalKleine middenklasse, werklozen, lageropgeleiden in crisis
WildersMigranten / asielzoekersMigratie = oorzaak van woningnood, druk op zorg, onveiligheidLager-/middelbaaropgeleiden, mensen in kleinere steden en dorpen
TrumpDemocraten, media, immigrantenPolarisatie en delegitimering van oppositieLageropgeleiden, platteland, religieuze conservatieven
OrbánEU, Soros, migratieNationalisme versterken, oppositie neutraliserenLageropgeleiden, plattelandsbevolking, staatsafhankelijke groepen
ErdoğanKoerden, Gülenisten, WestenInterne zuivering, nationalistische mobilisatieLager-/middelbaaropgeleiden in landelijke regio’s, religieus conservatieven

Universeel

Framing is een universeel politiek wapen dat in uiteenlopende contexten wordt gebruikt. Of het nu gaat om Hitler in de jaren ’30 of Wilders, Trump, Orbán en Erdoğan in de 21e eeuw: de logica is steeds hetzelfde.

  • Een duidelijke vijand aanwijzen.
  • Complexe problemen reduceren tot één oorzaak.
  • Emoties mobiliseren in plaats van rationele analyse.
  • Macht legitimeren door jezelf als enige beschermer van “het volk” te presenteren.

Framing werkt vooral bij groepen die zich economisch, sociaal of cultureel onzeker voelen. Het is dan niet de kracht van de feiten, maar de kracht van het verhaal die bepaalt wie mensen vertrouwen.